over vin - opinie - nieuwsbrief - charter goede praktijk - PROJECTEN : - Sri Lanka - Niger - | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud nieuwsbrief 9 |
Vlamingen geven kinderen in Sri Lanka een toekomst
Het land betreurde 50000 doden, duizenden woningen en vissersvaartuigen werden in enkele ogenblikken verwoest. De eerste acties van VIN (Volk in Nood) waren dan ook gericht op noodhulp en wederopbouw. Zo herstelde Volk in Nood met schenkingen uit Vlaanderen mee de vissersvloot van Kallutara. Eenmaal het puin geruimd en de vissers weer aan het werk schakelde VIN over naar ontwikkelingssamenwerking: het studiefonds Vlaanderen-Sri Lanka. Een vraaggesprek met Hilde Tas, bestuurslid Volk in Nood. Sri Lankese hotels ogen wondermooi in de vakantiebrochures. Toch is het een ontwikkelingsland...
Is het niet gewoon een kwestie van tijd vooraleer ook de armeren delen in de economische groei?
De kloof arm rijk is er niet alleen een van geld en politiek. Het is er ook, en misschien vooral een van kennis. Een job in toerisme kan alleen als je Engels kent, een kantoorbaan vereist handigheid met computers. Armen hebben die vaardigheden niet. Het Sri Lankese openbare onderwijs mag dan wel gratis zijn tot 14 jaar, het functioneert niet omdat er niet voldoende middelen zijn. Leraars zijn zwaar onderbetaald en zoeken een andere job. De onderwijsinfrastructuur is vervallen. Er zijn private scholen maar die zijn peperduur en een meisje dat naar de lagere staatsschool gaat slaagt nooit voor het ingangsexamen middelbaar. Zo’n kind neemt dan een slecht betaalde job in de textiel of het wordt uitgehuwelijkt, vaak tegen haar wil. Of nog, het valt in handen van jobbemiddelaars voor Arabië waar het een volstrekt rechteloos en misbruikt dienstertje wordt bij de nouveaux riches in dat land. Het studiefonds Vlaanderen-Sri Lanka bekommert zich dan ook vooral om meisjes uit armere gezinnen. Voor hen zijn de gevolgen van armoede het ergste. (terug naar inhoud artikel) - Beter onderwijs voor een betere toekomst ? Zeer zeker ja. Sinds VIN in Sri Lanka met studiebeurzen begon vonden al tientallen studentes een behoorlijke baan. Als boekhoudster, bankbediende of verpleegster bijvoorbeeld. Dat is voor die meisjes een overwinning op de kastensamenleving waar je afkomst je status, beroep en inkomen bepaalt. Zo een jongvolwassene tilt het inkomensniveau van het hele gezin op. En ook de dorpsgemeenschap wint daarbij. Want iemand die school liep krijgt al snel de rol van raadgever en engageert zich in plaatselijke hulpgroepen.
(terug naar inhoud artikel) - Wat als zo'n meisje met diploma buiten Sri Lanka aan de slag gaat. Dan heeft de plaatselijke gemeenschap daar toch niets meer aan ?
(terug naar inhoud artikel) - Het verschil tussen Vlaamse en Sri Lankaanse cultuur, geeft dat geen problemen ? Dat verschil is groot. Onze projecten lopen in Kallutara en Mattara, dat zijn Boeddhistische regio’s met Christelijke en Tamilminderheden. En er is de invloed van de Indische cultuur. Met alles er op en er aan. Raadplegen van de horoscoop vooraleer een beslissing te nemen, te snel berusten in een bestaande toestand, de kastenmaatschappij. Maar de studiemotivatie bij onze leerlingen is sterk en bij de ouders leeft het gevoel dat wie hard werkt en zich correct gedraagt daar uiteindelijk ook de vruchten van plukt. In wezen zijn dat de dingen die tellen. Maar soms schrik je wel. Zo hadden we een leerlinge van 19 die afhaakte. Ze dierf het huis niet meer uit omdat ze zonder toezicht een wandeling had gemaakt met een jongen, tot overmaat van ramp een jongen uit een naburig dorp. Tranen met tuiten, dat kind was doodongelukkig. We hebben er de dorpsraad moeten bijhalen om die leerlinge weer in de gemeenschap te krijgen. Belangrijk is dat je daar geen maatschappijbelerende scènes rond opvoert maar naar een oplossing zoekt. Uiteindelijk zagen de dorpelingen ook wel in dat dit er over was, traditie of niet. Het koppeltje staat nu op trouwen overigens.
Dat studiefonds is een blijver. Het is een goede investering in de toekomst en we willen het aantal leerlingen zeker nog uitbreiden. Op dit ogenblik zijn er een vijftigtal studenten en de vraag naar nieuwe studiebeurzen blijft hoog. Maar het is ook de bedoeling van ontwikkelingssamenwerking dat buitenlandse hulp op termijn overbodig wordt. Je moet mensen leren zichzelf te behelpen. De afhankelijkheid van steun uit Vlaanderen bouwen we in stapjes af. Zo richtten onze afgestudeerden in 2012 de Flanders Sri lanka Friendship Society op, FS2, ondertussen erkend in Lanka. Die organisatie is nu onze plaatselijke partner en ze is verantwoordelijk voor de planning en uitvoering van de projecten. FS2 werkt op basis van een jaarlijks budget dat samen met de Vlamingen wordt opgesteld. Volk in Nood adviseert en controleert de projecten, de uitvoering is nu zaak van onze studentes. Dat is een grote stap vooruit. Alleen als het echt moeilijk wordt komt Volk in Nood nog tussen. En niet zonder belang, onze studentes zijn ook druk op zoek naar eigen inkomsten voor de vereniging. Zo besloten ze de terugbetaalde leningen voor de microbedrijfjes in een rotatiefonds te storten, wat weer ruimte laat voor nieuwe investeringen. Iets wat we sterk aanmoedigen want het toont aan dat onze studentes en oud-studentes zich bewust zijn van eigen verantwoordelijkheid en plicht tegenover hun gemeenschap. (terug naar inhoud artikel) -
Ja, en dat is prima. En belangrijk ook is dat onze partner onze werkwijze overneemt: vrijwillige inzet, lage administratiekost maar toch degelijk werk. Dat geeft de Sri Lankese vrijwilligers zelfzekerheid. Nodig, want de betaalde professionals van ontwikkelingssamenwerking kijken al eens neer op die onbetaalde vrijwilligers "uit het volk". Maar die bijten ondertussen al behoorlijk van zich af in publieke discussies met de internationale NGO's. En ze genieten, zelfs als jongvolwassene volop het vertrouwen van de dorpsgemeenschappen waar ze actief zijn. Iets wat lang niet van alle buitenlandse Ngo’s kan worden gezegd. Bovendien hebben ze ook niet dat betweterige dat je bij de internationale professionals ziet: ze beschouwen hulp uit Vlaanderen allerminst als een vanzelfsprekendheid en de jaarlijkse dankkaartjes die de VIN-donoren van onze studentes en oud-studentes ontvangen komen werkelijk recht uit het hart. Het blijft crisis in Vlaanderen, scheelt dat niet op de donaties voor Sri Lanka ? Een beetje tot onze verwondering, neen. Integendeel zelfs, de giften uit Vlaanderen stijgen. En dat is maar goed ook, want zonder de steun van die vele Vlaamse mensen zou ook zou het studiefonds niet bestaan. Ik denk dat onze donoren vooral waarderen dat we als vrijwilligers werken en dat we een typisch Vlaamse aanpak hebben. Geen hoogdravende maatschappijkritische theorieën, maar rechttoe rechtaan hulp bieden aan wie zélf wil werken aan een beter leven. Onze studentes in Sri Lanka beantwoorden aan dat profiel. Een gift voor zulk doel is inderdaad een mooie investering omdat zo'n jongstudente door die hulp ook echt een betere toekomst heeft. (terug naar inhoud artikel) - Reageren op dit artikel kan via : . laatst aangepast op 30-06-16 © Volki in Nood vzw |