over vin - opinie - nieuwsbrief - charter goede praktijk - PROJECTEN : - Sri Lanka - Niger - | |||||||||||
Inhoud nieuwsbrief 9 |
Volk in nood over buitenlandse zaken in Michel I Een korte analyse van het hoofdstuk buitenlandse betrekkingen in het regeerakkoord toont aan dat er aardig wat communautaire knopen in doorgehakt worden. Veel zal evenwel afhangen van de loyauteit van Didier Reynders, een man die men nog het best omschrijft als een ongeleid tricoloor projectiel. (naar inhoud NIEUWSBRIEF)
Op missie met een koninklijk portier De Zweedse coalitiepartners zullen mekaar niet in de communautaire haren vliegen. Daartoe werd in het regeerakkoord het samenwerkingsfederalisme nog maar eens afgestoft. Omdat men aan Vlaamse kant ervaringsdeskundigen heeft die weten dat samenwerkingsfederalisme niet zomaar kan worden vertaald in fédéralisme de coopération werd een en ander in het regeerakkoord verduidelijkt. Om tenslotte die verduidelijking ook nog eens in het beleid te verankeren -dit is nu eenmaal België- plaatste men één van de bevoegdheden buitenlands beleid in handen van een Vlaamse excellentie. Reynders (MR), onder Di rupo I bevoegd voor Buitenlandse zaken, buitenlandse handel en Europese aangelegenheden verliest buitenlandse handel onder Michel I aan staatssecretaris Pieter de Crem. Deze drager van het Grootkruis met ster en lint (sic) ziet zijn staatssecretariaat toegevoegd aan het Ministerie beheerd door vice-premier Peeters. Het principe dat buitenlandse handel een bevoegdheid is van de deelgebieden en dat het Belgisch niveau daarbij ondersteuning geeft wordt in het regeerakkoord uitdrukkelijk herhaald. Met reden. In de vorige legislatuur voerde Reynders een Belgisch beleid buitenlandse handel zonder Vlaanderen daarin te kennen. Reynders paradepaarden waren daarbij de handelsmissies in tegenwoordigheid van Monseigneur Filip, toen naar verluidt goed in "het openen van deuren" en nu als portier te vervangen door Princesse Astrid. Die handelsmissies leden een eigen leven buiten de deelstaten om en worden nu in het regeerakkoord aan banden gelegd met het in België vrij originele concept dat men de wet zal toepassen. Zal dat lukken? Reynders is niet langer bevoegd voor buitenlandse handel, dat zit dus wel goed. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Het geval Reynders Reynders blijft echter wél bevoegd voor het algemeen Belgisch buitenlands beleid en voor Europese zaken. In de vorige legislatuur lanceerde Ministerpresident Peeters in het kader van het samenwerkingsfederalisme -toen gebruikt als ideologische stopnaald om de Vlaamse kiezer de zesde staatshervorming aan te naaien- een poging om de deelstaten meer te betrekken bij dit Belgisch Europees beleid. Poging die door Reynders werd opgeblazen, waarbij Peeters met pijnlijke nauwkeurigheid te kakken werd gezet. Reynders zag zelfs een beperkte vertegenwoordiging van Vlaanderen in de delegatie voor de Europese raad van regeringsleiders -een werkgroep eigenlijk- niet zitten want een staatsgevaarlijk “confederalistisch maneuver”. We hebben het hier dus over een hogebloeddrukunitarist. Diezelfde Reynders verklaart zich nu als Zweeds minister evenwel akkoord met een behoorlijke ommezwaai. Lees even mee. In het regeerakkoord wordt de werking van de Interministeriële conferentie voor Buitenlands Beleid "actiever en dynamischer" gemaakt. Dit overlegorgaan tussen deelstaten en nationaal kende in de vorige legislatuur een eerder bescheiden bestaan. Reynders wilde geen pottenkijkers bij "zijn" Belgisch buitenlands beleid. Nu zou de ICBB zelfs dienen om de deelstaten "in een zo vroeg mogelijk stadium bij de besluitvorming te betrekken". Men kan er op banken dat Reynders dit niet van harte zal uitvoeren. Dit zijn geen pottenkijkers meer, de deelstaten krijgen politieke inspraak bij het Belgisch buitenlands beleid. Zoals het in een federale staat hoort, maar in België zelden werd toegepast. Dat Minister president Bourgeois die opportuniteit zal benutten met het enthousiasme van een rottweiler op veganistisch dwangdieet in de onbewaakte worstenafdeling van de slager om de hoek is wel duidelijk. Maar ook van diens collega's Magnette en Demotte kan, om het zacht uit te drukken, enige assertiviteit verwacht worden. In een regeerakkoord dat communautaire issues uit de weg gaat klinkt zulke toepassing van de federale logica behoorlijk communautair. En wat als Reynders er met zijn klak naar gooit? Die kans is niet gering. Een volbloedunitarist, die zich recent een Eurocommissariaat door de neus zag geboord door een Vlaming en die sinds jaar en dag met collega Michel een interne partijpolitieke bloedvete uitvecht lijkt ons niet de meest geschikte minister om dit gevoelige onderdeel van het regeerakkoord loyaal uit te voeren. Wordt dit een test voor deze coalitie? Beetje onduidelijk voor ons is of het ICBB ook zal vergaderen inzake ontwikkelingssamenwerking. We vonden daarover geen aanwijzingen in het regeerakkoord, noch over het alternatief opgericht door Labille (PS) eind 2013, de Interministeriële conferentie voor ontwikkelingssamenwerking, achtbaar instituut dat evenwel nooit vergaderde omdat ook de PS geen pottenkijkers, laat staan inspraak duldde bij haar belgisch ontwikkelingsbeleid. Hoewel enige coördinatie tussen het beleid van de deelstaten en nationaal niet nutteloos zou zijn. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Herziening samenwerkingsakkoorden De Zweedse coalitie wil de federale logica voor het Belgisch buitenlands beleid ook in wettekst gieten. Er komt 'een prioritaire herziening van de samenwerkingsakkoorden met de deelstaten i.v.m. de vertegenwoordiging in het kader van de Europese unie en de relevante internationale organisaties' omdat 'die dringend moeten aangepast aan de nieuwe institutionele nationale en internationale realiteit'. Lees: de verouderde samenwerkingsakkoorden tussen deelstaten en België worden geactualiseerd zodat de betrokkenheid van de deelstaten bij Europees of ander internationaal beslissingsproces, als dat via België verloopt, ten volle kan spelen. Lees ook, 't is dringend. Dit wordt een boeiende oefening. Franstalige socialisten en Christen democraten staan dus voor een keuze: vanuit Waals Gewest en Franstalige Gemeenschap die onderhandelingen weigeren en pleiten voor een status-quo in het Belgisch buitenlands beleid of voor het Waals gewest en de Franstalige gemeenschap een volwaardige input eisen. Samen met -zonder twijfel- Vlaanderen. Meteen wordt duidelijk of de stelling klopt dat de Parti Socialiste zich tot autonomistische partij kan vervellen eenmaal uitgesloten van de Belgische macht. We merken terloops op dat de PS in haar Belgische oppositierol er alvast geen punt van maakt de Waalse bevolking met angst aan zich te binden. Een uitspraak als 'Vlaamse ministers beheersen nu financiën, leger, politie en staatveiligheid" klinkt behoorlijk Balkaniserend en duidt er op dat het "Waals gevoel" wordt opgewarmd. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) De gaarkeuken van Lucretia Borgia We lichten verder uit het regeerakkoord dat landgenoten in het buitenland op een diplomatieke beroepspost bediend worden in de eigen landstaal. Zoals bekend een oud zeer waarmee Volk in Nood als ontwikkelingsorganisatie nogal eens te maken krijgt. Inderdaad de hoogste tijd dat daar orde op zaken wordt gesteld. Het probleem is onderhand zou oud als België zelf.
Onze opinie over het luik buitenlandse betrekkingen in dit regeerakkoord? Een eerbare poging om deelstaten die inspraak bij het Belgisch buitenlands beleid te geven waar zij binnen de federale logica recht op hebben. Realiseerbaar? De vraag hangt samen met de betrouwbaarheid en interne stabiliteit van de MR. Toegegeven, dat is eigenlijk geen antwoord, betrouwbaarheid is in de Belgische politiek even zeldzaam als een gezonde kant-en klaarmaaltijd uit de keukens van Lucretia Borgia. Uiteraard geven we de voorkeur aan een volledig zelfstandig Vlaams buitenlands beleid zonder Belgisch tussenportaal, maar politiek zijn we daar (nog) niet aan toe. Wel geeft de geplande herziening van de samenwerkingsakkoorden met de deelstaten een vroege inkijk op de vraag of in Wallonië na 2019 een politieke meerderheid kan worden gevonden voor een verdere defederalisering van België. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Ontwikkelingssamenwerking blijft unitair In het luik ontwikkelingssamenwerking van het regeerakkoord Michel I worden geen communautaire vonken geslagen. De splitsing van de Belgische ontwikkelingssamenwerking lijkt verder af dan ooit. Te betreuren want naarmate de ontwikkelingsrelevante materies meer en meer de exclusieve bevoegdheid van de deelgebieden worden glijdt de Belgische ontwikkelingssamenwerking af naar een inefficiënt anachronisme. Nu goed, dat was en is ook de keuze van de Belgische NGO's die zich veilig ingenesteld weten in de Belgische subsidiestructuren. Opvallend ook dat we nergens in de tekst het woord Vierde Pijler lezen. Voor Belgie zijn deze talrijke, hoofdzakelijk Vlaamse humanitaire vrijwilligersgroepen zelfs geen lijntje in het regeerakkoord waard, laat staan ondersteuning middels subsidies. En ook dat wordt in de NGO-wereld zonder twijfel met bubbels begoten, in zowat elk gesprek dat we met NGO's hadden was toegang tot nationale en Europese subsidies voor Vierde Pijlers een "no passaran". (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Minder NGO's Het regeerakkoord voorziet in een daling van het aantal erkende NGO's door verhoging van de kwaliteits- en efficiëntievereisten. Niet helemaal ten onrechte, maar men moet hier nu toch echt wel beginnen opletten dat het statuut NGO nog toegankelijk blijft, al zeker in Vlaanderen. Door een jarenlang tweesporenbeleid waarbij de Belgische Minister voor Ontwikkelingssamenwerking in Vlaanderen zelden het NGO-statuut toekende terwijl dat statuut in Franstalig België met gulle hand te grabbel werd gegooid vormen de 26 NGO's die Vlaanderen heeft een quasi-monopolie. En dat is een situatie die het efficiënt gebruik van private of publieke middelen in ontwikkelingssamenwerking niet ten goede komt en tot verstarring leidt.
Indien Alexander De Croo, nieuwbakken minister van ontwikkelingssamenwerking er nog zou aan twijfelen waar in het aantal NGO's kan worden gesnoeid geven we hem graag volgende cijfers: België telt 26 Vlaamse NGO's, 20 tweetalige en maar liefst 63 Franstalige waarbij we het criterium lidmaatschap Nederlandstalige of Franstalige koepel gebruiken. Benieuwd of het toepassingsbeleid van de nieuwe erkenningsvereisten iets aan die verhouding zal veranderen. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Besparing Dat in het regeerakkoord ook voor ontwikkelingssamenwerking de tering naar de nering wordt gezet is voor ons geen halszaak. Men mikt voluit op een efficiënter en meer resultaatsgericht gebruik van overheidsgeld en dat is waardevoller dan het behalen van de 0.7% BNP-norm voor aan ontwikkelingssamenwerking bestede overheidsmiddelen. En wellicht vooral waardevol voor de beneficianten in het Zuiden. De 0,7 norm wordt als streefdoel behouden, of hij gehaald wordt zal afhangen van de budgettaire ruimte. Het aantal partnerlanden wordt dan weer teruggebracht van 18 naar 15 met focus op die landen waar de armoede en de instabiliteit groot zijn en onder meer een impact hebben op de migratiestromen naar België. In die context worden de regio Grote Meren en Noord-Afrika genoemd. Die besparingstendens zat reeds in de vorige regeringsverklaring. Wel nieuw is dat de financiële steun aan overheden in het zuiden, de zogeheten begrotingssteun, afhankelijk wordt van de inspanningen en verwezenlijkingen van die overheden op gebied van corruptiebestrijding, eerbiediging van de mensenrechten en goed bestuur maar ook aan de samenwerking inzake migratie en justitie. Een omslag die in de Belgische ontwikkelingssamenwerking al langer nodig is maar steevast werd afgeblokt door allerlei belangengroepen. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Aalst, 6/11/2014 Tweeten laatst aangepast op 27-08-15 © Volki in Nood vzw |