over vin - opinie - nieuwsbrief - charter goede praktijk - PROJECTEN : - Sri Lanka - Niger - | ||||||||||||
Inhoud nieuwsbrief 9 |
Wordt U geflikt als U schenkt voor het goede doel ? (naar inhoud NIEUWSBRIEF)
U geeft 100 Euro aan een humanitaire organisatie. De fondsenwerver verzekert U dat daarmee mensen in de derde wereld worden geholpen. Maar is dat ook zo? Er zijn uitgaveposten in een humanitaire organisatie die roet in het eten gooien: de kosten op algemeen beheer en de reclamekost. Neen. Dit is geen prettig verhaal, maar zwijgen is ook geen optie. Dit loopt écht uit de hand. De adressenboer aan de haal met uw centjes Wat reclamekosten zijn ligt voor de hand. Grote humanitaire organisaties spenderen fortuinen aan fondsenwerving. Het gaat daarbij om Ngo’s. Niet Gouvernementele Organisaties. De grote spelers dus. Die hebben daarvoor de budgettaire ruimte. Kleine organisaties, de vierde pijler-initiatieven, voeren zelden of nooit betaalde reclame en doen al helemaal geen beroep op fondsenwervingsbedrijven. En precies die jagen de reclamefactuur danig de hoogte in. Hoe loopt zo iets in de praktijk? Een humanitaire organisatie koopt bij een gespecialiseerde firma het gebruik van een adressenbestand. Zulke firma heet een “adressenboer”. Die grossiert in adressen van mensen die donor zijn of dat kunnen worden. Die adressenboer stuurt veelal zelf de bedelbrief. Omdat de geadresseerden nog nooit een donatie aan betrokken humanitaire organisatie deden heet zoiets een "koude mailing". Als U het ongeluk hebt op zulke adressenlijst te staan dan weet U waarover we het hebben. Jaarlijks ontvangt U twintig (of meer!) steunoproepen al naargelang deze of gene NGO uw gegevens aankocht. Ja dan neen met toevoeging van "humanitaire prullaria". Cadeaugadgets waarmee men U een schuldgevoel wil aannaaien om "ook een geste te doen". U begrijpt dat de opbrengst van zulke campagne laag is, meestal reageert minder dan 1 procent van de moegetergde donoren met een gift. Hoe U op zo'n lijst terechtkomt is een ander verhaal. Sommige verenigingen bestaan het hun ledenlijsten mits betaling ter beschikking te stellen van mailingbedrijven. Onwettig als het niet met uitdrukkelijke toestemming van de personen op die lijst gebeurde. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Crisis laat kassa rinkelen De financiële risico's bij koude mailing zijn groot en mailingbedrijven bieden de klant-NGO al eens een no-cure-no-pay contract: het verlies van de mailing wordt vergoed uit de opbrengsten van de bedelbrief, verlies daarboven wordt genomen door het mailingbedrijf. Dikwijls gaat het om een nul operatie waarbij de winst de kost dekt. De NGO heeft dan het voordeel dat de donor die zich liet verleiden voortaan voor rekening van de NGO zélf kan worden aangeschreven, men heeft dus een waardevol adres meer in het bestand. De pineut is de donor. Die heeft met zijn eerste gift een fondsenwervingscampagne gefinancierd. Van haar of zijn bijdrage ging niets naar het goede doel. Koude mailings worden vaak gevoerd naar aanleiding van een gemediatiseerde internationale humanitaire crisis omdat de geefbereidheid van het publiek dan hoger is. Voor de adressenboeren doet een crisis dan ook de kassa rinkelen. Klinkt cynisch, maar het is wel de waarheid. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Vermomd als vrijwilliger Nog een dubieuze praktijk is het ronselen van permanente opdrachten via straatventers. U wordt benaderd door iemand in T-shirt met humanitaire toeters en bellen die U voor het goede doel een doorlopende bankopdracht wil laten tekenen. U denkt dat U een vrijwilliger voor U hebt, maar dat is niet zo. Het gaat dikwijls om betaald personeel van een professionele fondsenwerver. Die rekent de klant-NGO dan een kost per gewonnen bankopdracht.
Het personeelslid, meestal een jobstudent, moet een minimum (soms 10!!) opdrachten per dag binnenhalen wat aanzet tot agressieve technieken. Trapt U er in, dan betaalde U alweer voor een reclamecampagne, niet voor het goede doel. Onderzoek wees uit dat voor het ronselen van een permanente opdracht zowat 80 Euro wordt gefactureerd en dat de gemiddelde opdracht 5 Euro/maand bedraagt. Pas na twee jaar zal uw gift vrij komen voor humanitair werk! Als U het al zo lang volhoudt. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Reclamekosten: niet zo maar geloven wat men U zegt Grote humanitaire organisaties schermen graag met openheid over hun reclamekost. Die wordt dan voorgesteld als slechts tien of twintig procent op de gift. Zelf vinden we dat al behoorlijk hoog, maar zoals we verder zullen zien is dat niet onwettig. De organisatie argumenteert dat, berekend op de totaliteit van alle giften de reclamekost niet uit de hand loopt maar dat het nu eenmaal noodzakelijk is dat een organisatie nieuwe donoren aantrekt en dat zulks geld kost. Dat is een nepargument als U een schenking doet naar aanleiding van een koude mailing. Immers, die organisatie vraagt U een gift voor een concreet goed doel en schept zo de verwachting dat uw gift daarvoor wordt gebruikt. Blijkbaar wordt uw gift in hoofdzaak of zelfs totaal gebruikt voor een doel dat niet werd aangegeven: de versterking van de organisatie door werving van nieuwe donoren. Voor reclamekosten dus. Had U de gift niet gedaan, de organisatie zou niet minder middelen hebben ontvangen voor de actie waarvoor de steunoproep werd gelanceerd. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) “Gentlemen’s agreement” met de fiscus Om de donoren toch een minimale bescherming te bieden legt de fiscus die organisaties die fiscale attesten uitkeren de verplichting op dat de reclamekosten niet hoger mogen zijn dan 30% van de bruto-inkomsten uit schenkingen. Verplichting is overigens een groot woord, het gaat om een gentlemen’s agreement tussen de Ngo’s en de overheid. Pogingen om er dwingend recht van te maken blijven falen, wat op zich ook al merkwaardig is. Op het collectief van de donoren is dat inderdaad een (zwakke) bescherming. Bekeken vanuit het individueel standpunt van een nieuwe donor die zich in een dure reclamecampagne laat aanzetten tot schenking is deze regeling evenwel ontoereikend. Die donor heeft alleen reclame betaald. De dertig procent regel heeft overigens een akelig neveneffect. Het verschaft een boekhoudkundige legitimiteit voor peperdure fondsenwervingscampagnes die ethisch onverantwoord zijn. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Kosten op algemeen beheer Een humanitaire organisatie voert humanitaire projecten. Maar niet alle middelen waarover zulke organisatie beschikt worden voor die projecten aangewend. Dat is logisch. De organisatie zélf brengt ook kosten mee. Personeel van de algemene administratie moet betaald worden, er is huisvesting nodig, er is de elektriciteitsrekening, de boekhouding en ga zo maar door. Met kosten op algemeen beheer is niets mis, alleen, ze mogen niet te hoog zijn. Zo ja, dan speelt de humanitaire organisatie schoon weer met uw centjes. Symptoom daarvan is bv. overmatig veel administratief personeel. Of luxueuze directeurslonen. Maar voor dit laatste valt het in Vlaanderen wel mee, als we de vergelijking met Nederland maken, want daar moest de overheid tussenkomen en maxima opleggen voor directielonen in de humanitaire sector. Toch nog even herinneren aan Prinses Astrid die tot voor kort als vertegenwoordigster van het Rode Kruis België 25000 Euro maandelijks inpikte.
Ngo’s draaien in de regel hogere beheerskosten dan kleine humanitaire organisaties. Hoe komt dat? Ngo’s zijn groter, hebben massa's verplichtingen o.a. aan de overheid en moeten daardoor betaald personeel inzetten. Vierde Pijlerorganisaties zijn kleinschalig en werken meestal uitsluitend met vrijwilligers. Het zijn vooral de loonlasten die de beheerskosten opdrijven. In algemene cijfers kan men dat moeilijk evalueren maar de ondervinding leert ons dat de doorsnee Vierde Pijlerorganisatie een beheerskost heeft van zowat drie procent berekend op de inkomsten. Ngo’s hebben een beheerskost tussen de 7 en 15 procent. Maar dat is maar de helft van het verhaal. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Een wet van de jaren stillekes Aan humanitaire organisaties die fiscale attesten uitreiken legt de overheid de verplichting op niet meer dan twintig procent van alle netto-inkomsten aan algemene beheerskosten uit te geven. In tegenstelling tot de maxima op reclamekost gaat het hier wel degelijk om een wettelijke verplichting. Organisaties die hoger scoren verliezen hun machtiging attesten uit te keren. Zo wil de wetgever vermijden dat het geefpubliek wordt uitgekleed voor beheerskosten. De maatregel is er dus om U te beschermen. Maar de maatregel stamt uit de tijd dat subsidies nog niet zo'n grote rol speelden bij het inkomen van een humanitaire organisatie. Dat zit nu wel even anders. Althans bij Ngo’s. Dat een NGO 60% van zijn inkomen uit subsidie haalt is helemaal geen uitzondering. Ngo’s hebben immers toegang tot Europese en Belgische overheidssteun. Ngo’s hebben dus meer marge voor de kosten op algemeen beheer. Subsidies zijn immers ook een inkomen en het gaat om 20% van alle inkomsten. Nu heeft het weinig zin om die subsidies in de berekening van de maximale kost algemeen beheer op te nemen. Omdat gesubsidieerde projecten weinig of geen algemene beheerskosten voor de organisatie zelf meebrengen. Kosten verbonden aan een project zijn projectkosten, geen kosten op algemeen beheer, ook als de activiteiten die deze kosten veroorzaken een beheerskarakter hebben. Binnen een projectsubsidie wordt overigens vaak een forfaitaire beheerskost vergoed. M.a.w. een humanitaire organisatie die veel subsidies ontvangt krijgt van de overheid een té ruime marge voor kosten op algemeen beheer. En het risico bestaat dat die marge ook wordt ingevuld. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) En alweer betaalt de donor Blijft dan de vraag met welke middelen een humanitaire organisatie deze kost op algemeen beheer dekt. Met de projectsubsidies zal dat alvast niet gaan, die kunnen slechts worden aangewend voor de projecten. Kosten op algemeen beheer kunnen alleen worden aangerekend op de vrije eigen middelen van de organisatie. Middelen dus waarover de vereniging vrij kan beschikken. Die middelen worden voor het grootste deel gevormd door schenkingen, legaten en opbrengst uit verkoop. We staan hier dus weer bij de private donor. Zijn gift zal proportioneel meer gebruikt worden voor administratiekosten. Praktijkvoorbeeld: van 100 Euro gaat 61 Euro naar de humanitaire werking. Of helemaal niets. Stel, een organisatie krijgt 1.000.000 Euro subsidies en ontvangt netto aan schenkingen en legaten 720.000 Euro. Totaalinkomen 1.720.000 Euro. Duizelt U? Dat zijn realistische cijfers voor een middelgrote NGO. Met fierheid kondigt die NGO aan dat slechts 10% van zijn middelen aan algemene beheerskosten wordt uitgegeven. Die organisatie maakt dus een administratiekost van 172.000 Euro, ruim beneden het wettelijk maximum van 20%. Maar die algemene beheerskosten mag de organisatie niet van de projectsubsidies betalen. Dat zijn gebonden middelen. Die kost moet uit de vrije middelen komen, uit de schenkingen en legaten. Schenkers en legatarissen dragen dus geen 10% bij tot de administratiekost, maar 24%. Rekent U zelf maar na. Op een schenking van honderd Euro gaat dus slechts 76 Euro naar het eigenlijke goede doel. Stel nu dat de reclamekost op uw gift 20% bedroeg, alweer niet onrealistisch, dan bereikt slechts 61 Euro van uw gift de projecten. Een aanzienlijk verschil met de 90 Euro die U werd voorgespiegeld. En dan mag U nog niet het ongeluk hebben dat u Uw schenking deed via een “koude mailing”. Want dan bestaat veel kans dat heel Uw gift opgaat aan reclamekosten. U begrijpt dat van de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever -bescherming van Uw gift- niet veel overblijft. Het ligt voor de hand dat het maximum te besteden aan algemene beheerskosten alleen moet berekend worden op de netto ontvangen giften en legaten. Wil men tenminste die bescherming handhaven. Maar ook hier wachten we al meer dan tien jaar op een wetswijziging. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Mag het wat meer zijn? Als U denkt dat wat rest van uw gift na de vermageringskuur van beheers- en reclamekosten dan toch veilig op koers is naar het goede doel waarvoor U schonk, dan moeten wij U teleurstellen. Bij grote gemediatiseerde rampen kan er al eens wat fout lopen, vooral als het geefpubliek enthousiast reageert. Heel wat Tsunamigeld bv. was jaren na die ramp nog niet ingezet. We kennen slechts één enkele Ngo die het publiek opriep niet langer te geven omdat “de projecten overgefinancierd waren”. Hoe dan ook, er is een kans dat Uw gift voor andere humanitaire doeleinden wordt gebruikt dan waarvoor U doneerde. Wellicht is dat aanvaardbaar als er te veel werd gedoneerd, als tenminste het andere doel in de lijn ligt van het oorspronkelijke project. Het wordt evenwel ergerlijk als gedoneerde gelden te lang ongebruikt blijven of worden aangewend voor versterking van de NGO organisatiestructuur. Dat was wellicht niet de bedoeling van de donor. Bij analyse van de jaarrekeningen valt het overigens op dat sommige grotere humanitaire organisaties jaarlijks winsten opbouwen.
Wat er dan uiteindelijk met een deel van die Tsunami-gelden gebeurde bleef onduidelijk. Om de hulpstromen in kaart te brengen onderzochten rekenkamers uit zestien hulpgevende landen en de Europese Rekenkamer waarheen het geld ging. Conclusie:” er is onvoldoende inzicht in de bestemming en de resultaten van de tsunami-gelden.” Er was dus een gebrek aan transparantie. Dat is ook zo in belgië. Nogal wat grote NGO’s sluizen uw gift of donaties van de overheid door naar zusterorganisaties in het buitenland. Gedetailleerd verslag over wat daar met die fondsen gebeurt is zelden of nooit beschikbaar, laat staan dat het geefpubliek ingelicht wordt over de eindresultaten. Er loopt trouwens in belgië behoorlijk wat mis met de wijze waarop Ngo’s rapporteren over hun werking. Zo drongen zij er bij de overheid op aan de evaluatierapporten niet aan het publiek vrij te geven “omdat die te ingewikkeld waren en wellicht verkeerd zouden worden geïnterpreteerd”. Kortom, de donor moet slim genoeg zijn om te geven, maar om te begrijpen wat met zijn gift gebeurt, daar is hij te dom voor. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Waarom dit verhaal ? Zeggen we dat het er bij alle grote humanitaire organisaties zo erg toegaat? Neen. Zeker niet. En we hopen dat wij niet zo worden geciteerd. Maar wat we beschreven is courante praktijk en wordt in de humanitaire wereld als “aanvaardbaar” voorgesteld. En dat is het volgens ons niet. Van geen kanten. En neen, dit was inderdaad geen prettig verhaal. De professionele ontwikkelingssamenwerking glijdt in sneltreinvaart af naar “humanitaire business”. Peperdure geraffineerde fondsenwervingstechnieken op kap van de donor, imagovorming die de confrontatie met de waarheid schuwt, betaald lobbywerk om de subsidiemolen op gang te houden, noem maar op. Dat maakt ons bang. Want vroeg of laat gaat die handel op de klippen en dan zullen ook eerlijke hulporganisaties in de brokken delen. Wellicht begrijpt U nu ook waarom Volk in Nood een vrijwiligersvereniging wil blijven en strak vasthoudt aan een lage kost op algemeen beheer. Vorig jaar lag die op 0,7%. Dat kost moeite. Maar zulke discipline is de enige manier waarop we het vertrouwen van én onze donoren én de beneficianten van onze projecten kunnen behouden. (terug naar inhoud artikel) - (naar inhoud NIEUWSBRIEF) Dirk Martens Reageren op dit artikel kan via : . laatst aangepast op 27-08-15 © Volki in Nood vzw |